Het kweken van unieke koi met minder ruimte

Het kweken van unieke koi met minder ruimte

Chiba Prefectuur: Gonjiro Kanshogyo – Mr. Sugur u Takahashi.

Gonjiro’s sanke en showa trekken de aandacht. Ondanks de bescheiden faciliteiten, laten zijn koi interessante kenmerken zien.

Sanke en Showa van Gonjiro Kanshogyo trekken veel aandacht tijdens de kwekersveilingen. Ondanks het feit dat deze farm enkele Kohaku heeft gekweekt die op All-Japanniveau in de prijzen vielen, kweken zij nu enkel en alleen Sanke en Showa.

Hoewel de farm klein is, selecteren zij unieke koi van excellente bloedlijnen met het doel om buitengewone koi te kweken die inmiddels veel bijval oogsten. Alhoewel zij een vertrouwde en bekende tussenhandelaar zijn van koi, hebben zij hun aandacht drie jaar geleden verlegd naar kweken. Ik sprak met Suguru Takahashi, de managing director. “Aangezien ik verschillende koi in diverse variëteiten wilde kweken, had ik de nakomelingen van de 113 cm metende benigoi in gedachten als ouders. “

Interviewer:

Ik heb vernomen dat op de tosai die in de kwekersveiling zijn ingezet, erg fors werd geboden. Zijn dit nakomelingen van de beroemde Higashi benigoi ?

Takahashi:

Ja, de sanke zijn nakomelingen van de benigoi. Ik produceer op dit ogenblik in samenwerking met Hiroaki Shono. Dit hebben wij al een tijdje gepland: aangezien onze farms klein zijn willen wij niet in dezelfde situatie belanden als andere koikwekers. Wij waren het beiden eens dat het kweken van unieke koi met betere eigenschappen interessanter zou zijn dan het kweken van ‘doorsnee koi’. In het verleden zag ik enkele kohaku nakomelingen van die benigoi en dus vroeg ik hem ernaar. In de eerste twee jaren kruiste Higashi de benigoi met de sanke maar de resultaten voldeden niet aan zijn verwachtingen.

Twee vrouwelijke koi bleven over, dus we vroegen of wij één van hen konden krijgen, welke maakte niet uit. Zij waren bereid ons er één te geven.

Shigeyuki Higashi is een koi hobbyist die in de Aichi prefectuur woont. Zijn benigoi, die meer dan één meter meet, heeft regelmatig prijzen gewonnen op de ZNA All-Japan Show. Hij heeft deze jumbo benigoi gekweekt om kohaku te produceren. U kunt meer over hem lezen in Koi-Bito magazine, nummer 9. Hij heeft reeds Sanke gekweekt van deze Benigoi in 1998. Deze benigoi is gekweekt op de Higashino Koi Farm in Awaji en bereikte uiteindelijk een lengte van ± 113 cm.

(opm: Tanaka Sanke) Onlangs gebruikt als ouderdier op de Sakai Fish Farm in Hiroshima, nakomeling van deze sanke werd Grand Champion op de 32e All-Japan Combined Show. De Tanaka sanke en Wakashoryo bloedlijnen zijn de belangrijkste kweekdieren voor de farm geworden.

Interviewer:

Zijn dit niet behoorlijk kostbare koi?

Takahashi: Ja, Ik heb gehoord dat zij pas 8 of 9 jaar geleden zijn begonnen met het kweken van Sanke. Ik hoorde dat er een bijzondere mannelijke koi was, een broer van deze sanke. Mij werd verteld dat het uiterlijk van de koi niet bepaald aantrekkelijk was. Beter gezegd: de lichaamsbouw van de koi was uitgesproken en ik vroeg me af hoe het zou zijn als ik deze mannelijke koi zou gebruiken tijdens het paaien. Toen ik hen vertelde over mijn ideeën, stemden ze ermee in ons twee van deze koi te gunnen en was ik in staat mijn kwekerij te beginnen, door ze te gebruiken samen met enkele van mijn eigen koi. Afgelopen mei waren we erg succesvol (zie 3) maar we gebruikten dit jaar een andere combinatie. (zie 4)

Interviewer:

Welke koivariëteiten heeft u met dat vrouwtje gekweekt?

Takahashi:

De koi is van Sakai en heeft veel sumi. Dit is één van de kleinkinderen van de Tanaka sanke en is nu ongeveer 7 jaar oud.

Interviewer:

En hoe zit het met de andere mannelijke koi?

Takahashi:

Ik gebruikte dit jaar een Marudo mannetje (afbeelding 4 in het midden). Die van vorig jaar (afb eelding 3 rechts) kwam van Kondo en mij is verteld dat de ouder van deze koi behoorlijk “zijdeachtig” waren en van Matsunosuke is. Hij werd door Masamitsu Hayakawa als jumbo tosai aangekocht. Toen de vis twee jaar oud was kwam hij erachter dat het een mannetje was en vroeg hij me of ik geïnteresseerd was deze koi te gebruiken voor het kweken. Hoewel de grootte van de koi niet de grootte was die ik normaal prefereer was ik gefascineerd door de staartaanzet en het beni. De nakomelingen (afbeelding 1 links bovenin) heb ik ingezet in de kwekersveiling.

Interviewer:

Ik heb gehoord dat de eerste nakomelingen van de benigoi niet zo mooi waren als nu. Maar deze vrouwelijke koi heeft toch een keurig patroon, nietwaar?

Takahashi:

De koi heeft een kohaku patroon, maar eigenlijk is het rood meer oranje dan rood. Mijn gedachtegang is dat om het sumi stevig te verankeren we keer op keer moeten kweken met een mannetje dat sterk sumi heeft.

Interviewer:

De Tanaka sanke heeft sterk sumi, maar hoe zit het met de Wakashoryo lijn?

Takahashi:

Ja, ik gebruik dit mannetje als ik sumi wil introduceren. Ik heb de Wakashoryo lijn ook gebruikt voor sumi in verscheidene combinaties (afbeelding 5 en 6) en ik heb van die nakomelingen 3 of 4 exemplaren op de veiling aangeboden.

Interviewer:

Kunt u mij vertellen over deze vrouwelijke koi? (afbeelding .5 en 6 )

Takahashi:

Deze koi is door ons gekweekt. Toen we in de buitenwijken van Kisarazu kweekten, lang geleden, kende ik een man genaamd Teruo Yugami. Hij runde de Yugami Koi Farm en vond het leuk jonge koi te vinden, maar hij richt zich nu vooral op goudvissen. Hij kocht regelmatig Matsunosuke sanke van zijn goede vriend Sakai uit Isawa. Hij gaf ons één van de koi, die toen al op behoorlijke lengte was. Helaas heb ik toen niet gemeten hoe groot de koi precies was. Hij liet dit vrouwtje paaien met een mannetje van Miyaishi in Niigata, en wij kregen een paar van de nakomelingen.

Één daarvan werd onze oorspronkelijke sanke ouder. Vervolgens hebben we deze ‘stammoeder’ laten paaien met een mannelijke Matsunosuke en andere mannetjes die uit Niigata kwamen en de koi die daaruit voortkwamen werden behoorlijk groot.

Hoe dan ook, door slecht water of onvoldoende beheerskwaliteiten aan onze kant, bleken veel van deze koi Hikui te krijgen en wat we hadden aangehouden als kandidaat-ouders ontwikkelde zich helemaal niet zo goed. Toen ik over deze sanke begon te praten, hoorde ik dat ze behoorlijk groot zijn geworden. Voordat mijn vader drie jaar geleden overleed vond hij twee van de koi waar ik het over heb. Ze zaten op de farm van een oude bekende en zijn inmiddels bijna 20 jaar oud. Ze zaten in een betonnen vijver en maten ongeveer 85 cm, maar waren wel wat mager. Ik heb de farm gevraagd of zij ons één van deze koi konden geven, en we hebben twee hebben nu twee vrouwtjes aangehouden die van haar afstammen. (zie figuur 5 en 6) die wij nu gebruiken als ouders.

Interviewer:

Hoe groot is de vrouwelijke koi?

Takahashi:

We hebben geen mudponds voor de ouderkoi, maar ze blijven gestaag groeien. Nu zijn ze rond de 85 cm met behoorlijk effen beni en patronen. Hoe dan ook , ze hebben grote koppen en een enorm aantrekkelijke bouw, dus we hebben ze gehouden voor ’t kweken. Shono houdt van sanke en zei dat er geen kwekers om hem heen waren. Dus we besloten het kweken van sanke te proberen. In ieder geval, we dachten: “hoe groter, hoe beter” en daarom hebben we besloten deze vrouwelijke koi te gebruiken We hebben haar ‘Shomatsu’ genoemd, naar Shono en Matsunosuke

Interviewer:

De body ziet er erg goed uit, alleen al op de foto. Hoe ziet deze er in het echt uit?

Takahashi:

De koi heeft prachtig sumi met sashikomi, maar ik wilde dat het beni net een tint helderder was. Hoe dan ook: we gebruiken deze koi om mee te kweken vanwege de lichaamsbouw. We hopen dat het goed uitpakt, maar er hangt een hoop af van het mannetje waarmee we haar in de nabije toekomst laten paaien.

Interviewer:

Dus afgelopen jaar en dit jaar kruiste u Shomatisu met mannelijke Wakashoryo (afbeeldingen 5 en 6 rechts)? Waar komt het andere mannetje vandaan?

Takahashi:

We hebben de Shobu lijn (afbeelding 5 links) van Sakai FF gebruikt, die het mooiste patroon had vererfd vorig jaar. Maar we hebben Shomatsu dit jaar met een Marudo mannetje (afbeelding. 6 midden) gekruist, wat fascinerende nakomelingen gaf.

Interviewer:

Dus u heeft hetzelfde mannetje van Marudoh met de Higashi sanke gekruist?

Takahashi:

Ja, ik zie deze sanke erg graag, dus we hebben haar gebruikt om met beide te paaien. Toen ik Marudo naar deze koi vroeg, vertelde hij dat deze voortkwam uit een matsunosuke vrouwtje en een Sadazo mannetje.

Interviewer:

Paaien via de natuurlijke weg?

Takahashi:

Inderdaad. Als we kunstmatig zouden paaien, en het kuit zouden scheiden, zouden we de exacte resultaten weten. Maar mijn eerste indruk van de nakomelingen ontstaat door beoordeling van de ouders. Ik kan behoorlijk goed aanwijzen welke koi afkomstig zijn van het Marudo mannetje. We hebben dit jaar een verschil gezien in het sumi: dat was zwaarder en het beni was helderder dan voorgaande jaren. We hebben vorig jaar ook een vrouwtje van Marudo laten paaien met mannetjes van Momotaro en Matsunosuke. De nakomelingen waren sanke met sterk sumi. Daar komt bij dat sanke met grote sumiplaten helemaal in de mode zijn tegenwoordig en ik dacht dat deze koi daarom interessant zou kunnen zijn. Niettemin konden de opkomende patronen mij niet bekoren.

Interviewer:

Dus de laatste twee jaar hebben jullie alleen combinaties Higashi en Shomatsu sanke laten paaien?

Takahashi:

Wij hebben twee paren sanke en twee paren showa laten paaien. Dit jaar hebben wij ook een ander sanke paar laten paaien. Een mannelijke benigoi van Higashi en een aantrekkelijk vrouwtje, één van onze eigen trio, dat als sansai al 70 cm mat. Dat is dit stel hier (zie figuur 7) met de mannelijke benigoi rechts. Die is ongeveer 75 cm groot.

Interviewer:

Veel hobbyisten klagen over het gebrek aan sanke-kwekers. Denkt u dat dit komt omdat het zo moeilijk is om sanke te produceren?

Takahashi:

Absoluut. We hebben nog veel te leren over het produceren van sanke. Lichaamsbouw en karakter zijn net zo moeilijk te kweken als ieder andere koivariëteit, maar het verkrijgen van goede sumi patronen voegt een extra moeilijkheidsgraad toe. Met Showa, als òf het mannetje òf het vrouwjte een goede kwaliteit sumi heeft, dan wordt die eigenschap meestal overgegeven aan de kinderen. Maar met sanke: als zowel het mannetje als het vrouwtje sumi hebben dat al grotendeels is gefinished, dan worden de kinderen overweldigd door sumi of ontwikkelen ze sumi op ongewenste plaatsen. Sanke met grote sumiplaten zijn tegenwoordig ‘ in’, maar een sanke is vrij waardeloos als het sumi goed is, maar de algemene kwaliteit minder. Het oogt niet sierlijk als de koi een opening in het sumi heeft, en vaag sumi heeft geen tsuya. Sumi moet uiteindelijk sashi hebben, net zoals beni. Ikzelf denk dat het bereiken van het volmaakte sumi-aandeel zo ongeveer het moeilijkste aspect is van de sankekweek.

Interviewer:

Ik begrijp het.

Takahashi:

Zoals u kunt zien bij tosai hebben zowel sanke als showa beni, maar als ze geen donkere plekken hebben kunnen we niet zeggen of het sanke zijn of slechts tweekleurige koi. Daarnaast zien de meeste mensen die van sanke houden het liefste kata-sumi. Het interessante van Higashi sanke is dat ze minder kasane sumi hebben dan de anderen.

Interviewer:

De nakomelingen van de Higashi sanke die u in de veiling hebt ingebracht hebben behoorlijk tsubo-sumi, wat vindt u?

Takahashi:

Deze koi (afbeelding 8) zijn nakomelingen van de Higashi sanke, de meeste van hen hebben tsubo-sumi. Ik ben benieuwd wat voor soort koi Mr. Higashi heeft gekweekt met de aka-muji. Mijn inschatting is dat hij veel aandacht besteedt aan de genen en vrij selectief is in het kiezen van ouders. De vrouwtjes die hij kiest neigen naar het hebben van tsubo-sumi.

Interviewer:

Hoe zit dat met de patronen?

Takahashi:

De meeste Higashi sanke hebben mindere patronen, zeker wat het hiban betreft. Sommige kinderen hebben het betere beni van de mannelijke ouder, wat een verbetering is. Sommige van de nakomelingen hebben slordig sumi, waardoor ik denk dat de genen erg dicht tegen wilde koi aanliggen. Eind september hebben wij iets minder dan honderd koi in de mud pond van onze farm. Shomatsu sanke groeiden op in zes mud ponds en wij oogstten ongeveer tweehonderd koi uit een van deze zes vijvers. Twee van hen werden geselecteerd en houden we. We hadden ongeveer driehonderdvijftig koi, wat het maximum aantal koi is dat we daar kunnen houden. Onze opslagruimte is zelfs kleiner dan de vijvers die wij gebruiken voor de Shomatsu sanke. Tijdens het cullen vorig was het maar de vraag of het de moeite was om een selectie over te houden voor de herfst. Dit jaar echter zijn de resultaten beter en hebben we een betere selectie kunnen maken. De nakomelingen worden gracieuzer en het verschil met vorig jaar is het nieuwe mannetje van Marudoh, waarvan wij denken dat hij onze sanke een noodzakelijke genetische impuls heeft gegeven.

Interviewer:

Op de foto te zien (8) van de nakomelingen van vorig jaar, is een behoorlijke variatie tussen de broertjes en zusjes.

Takahashi:

Dat klopt. Dat schrijf ik toe aan het kweken met twee verschillende mannetjes enzovoort. Zoals u kunt zien op deze foto, zien sommige er bescheiden uit, sommige hebben langgerekte hoofden en sommige zijn lang en afgerond en hebben zelfs een zeer dikke staartaanzet. Mijn ervaring leert dat koi met langgerekte hoofden groter lijken te worden. De koi waren tegen de lente al ongeveer 45 cm, en de body lijkt tegen de oogst niet zoveel te zijn veranderd, maar dat is het interessante van koikweken.

Maar we zijn nog maar anderhalf jaar geleden gestart met het kweken van dit type sanke, we weten niet zeker hoe ze zich zullen ontwikkelen. Toch zijn wij al begonnen met enkele van hen te verkopen. We zijn van plan om één van deze koi te gebruiken om deze bloedlijn mee verder te zetten.

Het beste zou zijn als wij F1 konden produceren van benigoi en dan F2 om te verkopen. Waar we op hopen is F2 te produceren als opstap naar de toekomst.

Dat zeggende, ben ik Higashi veel verschuldigd voor zijn hulp bij het leggen van de basis voor ons succes tot nog toe. Dit type sanke is fascinerend, maar ik heb het gevoel dat we hard moeten werken om nog attractievere koi te krijgen, in plaats van alleen maar fascinerende.

Dit interview kwam tot stand via Brian Sousa van het koi-bito forum en is uit het Engels vertaald.

Laat Een Reactie Achter

Nog geen reactie

Openingsuren

Zaterdag: Van 11.00 tot 14.00 uur.
Wil je later op zaterdag komen, maak dan even een afspraak
Zondag: Van 10.00 tot 12.00 uur, of nadien op afspraak.

Overige dagen: op afspraak.
GSM: +32 (0)478 36 74 74

inlove funny surprised sad angry thumbsup yesimage/svg+xml noimage/svg+xml