Mudponds, geen uniforme wetenschap

Mudponds, geen uniforme wetenschap

De mudponds in Japan kennen een bijzonder positieve weerklank. Elke koihobbyist raakt welhaast in vervoering als het gaat over de toegenomen kwaliteit en formaat van de koi zodra deze in het najaar worden geoogst. Het lijkt wel of alle vissen er maar beter, mooier, glimmender en groter worden. Maar is dat ook zo en wat ligt er nu werkelijk aan de ontwikkeling van de mudpondkoi (nieuw woord voor Scrabble) ten grondslag? En dan even de bloedlijnen buiten beschouwing gelaten.

Laat ik voorop stellen dat de Japanse kwekers niet het achterste van hun tong laten zien als het gaat om de zogenaamde “geheimen” van hun koi en hun mudponds. Maar het kan ook zijn dat ze het zelf niet weten, want het is bekend dat kwekers zich weinig bekommeren om de chemische waterwaarden van hun mudponds. Ze weten wel de effecten van een bepaalde mudpond op hun koi, ze weten ook nog dat het water zacht moet zijn, maar daar houdt hun kennis van waterwaarden wel een behoorlijk eind mee op. Niet vreemd, want dit is van huis uit een boerenvak, die alsmaar van vader op zoon overgaat en als fundament voornamelijk praktische ervaring kent en geen zware studies op een hogeschool. Wel vreemd als je bedrijf ermee staat of valt.

Het lastige bij het ontleden van de heilzame werkingen van mudponds is, dat elke mudpond weer van een andere verschilt, zowel in ligging, karakteristiek, bezetting en zelfs in klimaat. Net zoals bij ons elke koivijver andere kenmerken en effecten heeft, zelfs onze eigen vijver ten opzichte van die van onze buurman. Dat maakt het vreselijk moeilijk om in details de verschillen en hun effecten te meten, laat staan te verklaren. Er zijn mudponds in Japan die amper kniediep zijn, maar er zijn er ook van enkele meters diep. Er zijn er die een vette kleibodem hebben, maar er zijn er ook die een schrale zand- of kiezelbodem bezitten. Elke kweker kan meteen zeggen dat zijn mudpond X beter geschikt is voor de ontwikkeling van showa, terwijl in aangrenzend mudpond Y de kohaku het weer veel beter doen. Is er een touw voor ons aan vast te knopen?

Dat kan alleen als we de grote gemene delers, die we terugvinden bij deze ontleding, an sich in ogenschouw nemen. Het gaat dan om de parameters van het water en de opbouw en watervoorziening van de mudpond.

Veel mudponds in het zuiden hebben een bodem van klei. Hoe vetter die klei, hoe beter. We weten dat (vette) kleibodems een rijke en uitbundige schakering van natuurlijk voedsel opleveren. Basis zijn muggenlarven, daphnia (watervlooien), garnaaltjes, slakken, zoöplankton en fytoplankton (zweefalgen). Voornamelijk bodemfauna dus. Dit voedsel voor de koi is gemiddeld 60% eiwitrijk en voorzien van een uitstekend aminozurenpatroon. Het consumeren van dierlijk voedsel neemt af en dat van plantaardig voedsel neemt toe, naarmate het dierlijk voedsel schaarser wordt. Uit onderzoek is gebleken dat zelfs in specifieke en door karpervissers zwaar met gekookte deegballen (boilies) bevoerde karperwateren, nog voor bijna de helft de resten van natuurlijk voedsel in de darm van de aanwezige karpers werd aangetroffen. Van wat mij werd verteld, zou Sakai SFF de beste klei in zijn mudponds hebben. De kleibodems worden eens per jaar geploegd en veelal bemest met kippenmest, waardoor het natuurlijke plankton wordt gestimuleerd. De koi leven ’s zomers dan ook niet meer of minder in levende soep. Ze hoeven maar te ademhalen en ze hebben een bek vol met dierlijke en plantaardige organismen. Ze raken maar weinig energie kwijt aan fourageren. Alles komt ten goede aan het lichaam.

De koi in de mudponds worden echter wel degelijk bijgevoerd. Tegenwoordig gaat dat meestal via automatische voerapparaten hetgeen de kweker veel tijd bespaart. Deze voerapparaten zijn gewoonlijk afgesteld op de ochtend- en de avonduren omdat de koi overdag vanwege de hitte nauwelijks eten. Ik denk dat we dit moeten zien als een bijvoeding. Immers, de koi zwelgen in het natuurlijke voer en bovendien is de koi een omnivoor met een voorkeur voor dierlijke organismen, zoals blijkt uit voorgenoemd onderzoek. Globaal zal het voerregime op 1 tot 3% liggen, afhankelijk van het gewicht van de aanwezige koi. We moeten daarbij niet vergeten dat de koibezetting in zo’n mudpond altijd dun is, waardoor de opeenhoping van afvalstoffen beperkt blijft, wat de groei stimuleert. Vuistregel is een bezetting van 1000 kilo per hectare, maar ik kan me voorstellen dat dit afhangt van de draagkracht van de mudpond zelf en het feit of het gaat om kostbare of minder kostbare vissen.

De belangrijkste bedreigingen voor het goed functioneren van een mudpond - en de daarbij behorende ontwikkeling van de aanwezige koi - zijn langdurige droogtes met een scherpe daling van het waterpeil of abrupte, langdurig sterke regenval dat leidt tot een (verdere) verzuring van het water.

De watervoorziening is vaak van natuurlijke aard; meestal bronnen in de grond, maar het kan ook opgepompt worden of betrokken van belendende waterstromen. In Niigata komt het dikwijls vanuit de bergen in de vorm van gesmolten sneeuw. Vaak is de bodem uit zand of gravel opgebouwd. De bodem van veel Niigata mudponds zijn zelfs arm in mineralen, zo arm dat er alleen maar rijst geteeld kan worden. Echter, hier is het ’t water uit de bergen dat heel zuiver is en zijn mineralen oppikt terwijl het van de bergen afstroomt.

De watertemperaturen reiken ‘s zomers in Japan dikwijls tot over de 25 graden Celsius, afhankelijk van de diepte van de mudponds. Die mudponds liggen in de volle zon, dus de watertemperatuur stijgt snel, soms wel tot 27 of 28 graden. Vaak is er ondersteunende zuurstofvoorziening aanwezig in de vorm van schoepenblad beluchters, maar dit hangt ook weer af van de ligging van de mudponds en de aanwezigheid van elektriciteit.

Karpers (en koi) hebben een buitengewoon hoge tolerantie als het gaat om de pH waarden (zuurgraad) van het water waarin ze leven. Metingen in een aantal mudponds geven aan dat de pH meestal tussen de 6,5 en 7 uitkomt. In de karperliteratuur komt bij studies tot uiting dat deze waarden nu net precies de meest ideale zijn als het gaat om groei. Bovendien kan er bij deze waarden geen giftig ammoniak ontstaan.

Dit zijn de groeipotenties bij verschillende pH-waarden:

pH 4,0 – 4,5 geen groei, pH is dodelijk voor de koi

pH 5,0 – 5,5 groei zeer langzaam

pH 6,0 – 7,5 optimale groei

pH 7,5 -8,5 grenzend aan maximale groei

pH 8,5 – 8,7 goede groei mogelijk

pH 10,0 – 10,5 slechte groei; pH kan leiden tot sterfte

Mudponds waar metingen zijn uitgevoerd, vallen op door hun lage KH en GH waarden. Meestal liggen die tussen de 1 en 2. Gegevens waarvan wij gruwelijk zouden verschrikken en meteen naar de pot met bi-carbonaten zouden grijpen. Het water is er dus enorme zacht. De TDS waarden zijn extreem laag, meestal beneden 100 ppm. Maar al met al ideaal voor de groei en de ontwikkeling van het zachte, flexibele hi.

Kunnen we nu een conclusie trekken uit het voorgaande. Is dat wel mogelijk gezien de grote verschillen in de karakteristieken van de diverse mudponds in zuid en noord en onderling? En leveren die mudponds allemaal naar wens ontwikkelde koi af? Grosso modo komt zo’n 20% van de koi die een zomer in de mudpond heeft vertoeft, er niet beter uit, dan hij of zij er in is gegaan. Van nog eens 20% valt het niet echt tegen, maar valt het ook niet echt mee. De rest ontwikkelt zich naar verwachting. Dus heel goed.

Wat kunnen we nu gevolgtrekken? Wat zijn de grote gemene delers?

De koi in de Japanse mudponds worden gekweekt in zeer zacht water met voor onze begrippen ongekend lage pH, GH, KH en TDS waarden. Dat zijn allemaal groeistimulerende parameters.

De bezetting is dun. Er is veel natuurlijk dierlijk voedsel met een hoog gehalte aan goede eiwitten. De koi hoeft weinig energie te verbruiken om te eten en heeft geen voedselconcurrentie. Al met al bijdragend tot zeer goede groei.

Er zijn veel groene zweefalgen en andere voedingsstoffen aanwezig in het water, goed voor de groei maar zeker ook bijdragend in de kleurontwikkeling.

De watertemperaturen zijn in de zomermaanden hoog tot zeer hoog wat tot op zekere hoogte (afhankelijk van het zuurstofgehalte) bijdraagt tot een hoog metabolisme en weinig beweging (dus weinig energieverlies) van de koi, dus een extra groeifundament.

Rini Groothuis

Meer afbeeldingen

Mudponds, geen uniforme wetenschap: afbeelding 1
Mudponds, geen uniforme wetenschap: afbeelding 2
Mudponds, geen uniforme wetenschap: afbeelding 3
Mudponds, geen uniforme wetenschap: afbeelding 4

Laat Een Reactie Achter

Nog geen reactie

Openingsuren

Zaterdag: Van 11.00 tot 14.00 uur.
Wil je later op zaterdag komen, maak dan even een afspraak
Zondag: Van 10.00 tot 12.00 uur, of nadien op afspraak.

Overige dagen: op afspraak.
GSM: +32 (0)478 36 74 74

inlove funny surprised sad angry thumbsup yesimage/svg+xml noimage/svg+xml