De winter. Wat nu? (deel 3)

De winter. Wat nu? (deel 3)

Nu de buitentemperatuur alras de min 10 graden nadert en mijn vijverwater op 8 graden staat, bedacht ik me hoe mooi de in deze miniserie aangesneden onderwerpen getoetst kunnen worden aan de actuele situatie. Een vraag die opgeld doet: wie voert zijn vissen – in onverwarmde vijvers – dezer dagen nog? En waarom?

Over het voeren van koi worden eindeloze polemieken gevoerd. De een voert de hele winter door, de ander stopt bij een watertemperatuur van 8 graden en een derde voert ’s winters helemaal niet. De een deponeert een handje voer in de vijver, de ander volgt zorgvuldig een uitgekiend percentagetabel. Die uiteenlopende opvattingen over hoe, hoeveel en wat te voeren zullen altijd blijven. De reden daarvan is eenvoudig: een voerregime is nogal vijvergebonden, met name in de winter. Het hangt ervan af hoe een vijver wordt aangestuurd en hoe de omvang en het formaat van de koicollectie zich verhoudt tot het watervolume.. Het is de begrenzende factor maar…niet het belangrijkste gegeven.

Het andere – en werkelijk meest bepalende – gegeven is de biologie van de koi. Hoe gaat de spijsvertering in zijn werk, wat zijn de handicaps bij lage temperaturen en hoe omvattend zijn het energieverbruik en dito productie van de koi als het om calorieën gaat. Wat zijn de invloeden op eetlust en welzijn? De combinatie van al die gegevens en een brok gezond verstand bepalen hoe om te gaan met het voeren van koi in koud water. Niet vanuit een opgestoken natte vinger, maar op basis van biologische feiten, beïnvloed door actuele situaties.

Een koivijver is een gesloten circuit van water. Wie zijn koivijver bijvoorbeeld volledig stil legt in de winter – ik ben er geen voorstander van - mag absoluut niet voeren. Het zal het tempo van de verslechtering van de waterkwaliteit alleen maar opvoeren. Stilstaand water bederft. Denk aan het water in een bloemenvaas. Dat stinkt na een week de vaas uit. In de winter gaat dat bederf weliswaar langzamer maar er zijn wel degelijk rottingsprocessen gaande (bijvoorbeeld afstervende algen). De koi scheiden nog steeds minimale hoeveelheden ammoniak uit, ook al worden ze niet gevoerd. Wie echter zijn vijver op volle of halve kracht heeft draaien, kan gerust regelmatig voeren, mits de watertemperatuur dat toestaat. Er is bij 8 graden nog steeds sprake van reiniging door bacteriën, ook al is dat proces sterk vertraagd.

Het verschil tussen voeren en creperen is niet altijd duidelijk aan te geven. Ook de omvang van de koicollectie dirigeert bijvoorbeeld de mate van voeren. Ik heb 6 vissen in mijn vijver van 40 kuub en die zijn na de herfst door en door volgevreten. Ik voer nu eenmaal veel in de groeiperiode. Die varkens zijn in de zomer en de herfst zo volgepropt, dat ze in die periode soms zelfs te lamlendig waren om naar het uitgestrooide voer toe te zwemmen. Ze hingen stil aan de oppervlakte in de zachte stroming van mijn vijverwater – ze kennen hun plekjes - en deden alleen hun bek open als er een kluitje voer voorbijdreef. Mijn vissen liggen nu voor Pampus op de bodem. Ze verroeren geen vin. Dat zijn geen vissen die creperen. Dat zijn vissen die rusten omdat hun instinct ze zegt geen onnodige energie te verbruiken. Geen haar op mijn hoofd dat ik ze nu met voer lastig ga vallen.

Wie echter geen 6 vissen in zijn 40 kuub heeft zwemmen, maar zeg 25 vissen, zit in een andere situatie. Dat heeft vooral met onderlinge voedselcompetitie te maken. Die vissen hebben energie moeten verbruiken om aan hun dagelijks benodigde calorieën te komen en in de winter verdwijnt die voedselcompetitie niet echt helemaal. Het is de vraag over hoeveel vetreserves zulke koi beschikken en of dat voldoende is om ongeschonden de winter door te komen.

Ook het formaat van de vissen doet er toe. Het darmenstelsel van grote koi is 3x zo lang als zijn lichaamslengte terwijl die van kleine koi slechts 1x de lichaamslengte beloopt.

De consequentie is dat het langer duurt voordat het voer in de darmen van een grote koi getransporteerd is, dan bij een kleine koi. Dat is een gegeven dat ook ons voertempo moet bepalen. We mogen aannemen dat de verwerking van het voer bij grote karper efficiënter verloopt dan bij kleine koi.

U moet zich realiseren dat koi bij een watertemperatuur van 8 a 10 graden nog steeds energie verbruiken en door te eten energie kunnen produceren. In die mate dat de energieproductie het verbruik aan calorieën vrijwel volledig compenseert. De vissen zullen dus niet snel interen.

Het spijsverteringssysteem van de koi is nog altijd actief, zij het in slow motion.

Zoals ik al aangaf in het vorige deel, geraakt het spijsverteringssysteem inactief onder de 4 graden. Er is echter meer. Het onderhouden van het spijsverteringssysteem, waaronder het aanmaken van voedselverterende enzymen en het opwekken van peristaltische bewegingen van de darmen, vraagt van de koi veel energie. Heel veel energie zelfs, want dit spijsverteringsstelsel is een energievretend orgaan. En dat orgaan moet zo lang mogelijk op gang gehouden worden, want een keer stilgevallen, is het moeilijk en zelfs risicovol om het spijsverteringskanaal weer op starten. Dat kan niet zonder meer. Ik kom daar later nog op terug.

Het is dus voor ons, koiliefhebbers, in principe een must om de koi met een zekere regelmaat te voeren. Hoe, waarmee en hoeveel is afhankelijk van de op dat moment heersende omstandigheden. Dit houdt in dat koi zelfs tussen de 4 en 8 graden nog gevoerd kunnen worden. Strikt genomen kunnen koi dat voedsel nog verteren, al doen ze er wel langer over.

Echter, verstandig zal het niet zijn om bij dit koude water de vissen nog van pellets te voorzien. Ik zal dat ook altijd ontraden. De reden ligt in efficiëntie. Bij deze temperaturen (tussen de 4 en 8 graden) geraken energieproductie en energieverbruik bij de vis uit evenwicht. Met andere woorden: het opnemen en verwerken van voedsel kost meer energie, dan dat het aan calorieën bij de verbranding oplevert. Voor de koi is dat geen optie. Hij kiest ervoor om niet meer te eten. De vis zal daardoor uiteindelijk eigen voorraden moeten gaan aanspreken en op zichzelf interen. Hij kan beter rusten en geen energie verbruiken.

Hoe gaat dat nu bij de voedselopname? Een koi zuigt een aantal door u toegeworpen korrels op, dat vervolgens in de keelholte terecht komt. Hier bevinden zich de keeltanden. Ongeacht of het grote of kleine korrels zijn, de koi zal deze altijd fijnmalen. Je kan dat zien doordat hij na het consumeren even stilligt, waarbij de kieuwen stevig op en neer gaan en de slurf (bek) zuigende bewegingen maakt. De stelling dat kleine korrels beter door de koi worden opgenomen en verwerkt dan grote korrels, is dan ook een volstrekte fabel.

Vanwege het ontbreken van een duidelijke maagfunctie, komt het vermalen voedsel rechtreeks in de darmen terecht. Via peristaltische bewegingen wordt dit voedsel verder getransporteerd, net zoals bij de mens. In de darmen bevinden zich enzymen die de koi aanmaakt en die het voedsel oplossen en verteren. Deze opgeloste voedingsstoffen worden door het bloed via de darmwand geabsorbeerd en vervolgens naar de lever getransporteerd, die de stoffen verder afbreekt en doorstuurt naar andere organen in het vissenlichaam. Hoe kouder het water, hoe langzamer dit proces. Als de watertemperatuur onder de 4 graden zakt, valt dit spijsverteringssysteem stil. Dat gebeurt echter ook als de vis langdurig geen voedsel meer heeft geconsumeerd. Het spijsverteringssysteem gaat dan in staking, ondanks het feit dat het water nog warmer is dan 4 graden.

In het volgende deel gaan we dit proces verder bekijken en proberen we het voeren af te stemmen op de actuele situatie.

Wordt daarom vervolgd.

Rini Groothuis

Foto: Dennis Barten

Laat Een Reactie Achter

Nog geen reactie

Openingsuren

Zaterdag: Van 11.00 tot 14.00 uur.
Wil je later op zaterdag komen, maak dan even een afspraak
Zondag: Van 10.00 tot 12.00 uur, of nadien op afspraak.

Overige dagen: op afspraak.
GSM: +32 (0)478 36 74 74

inlove funny surprised sad angry thumbsup yesimage/svg+xml noimage/svg+xml