Help, parasieten!

Help, parasieten!

Als we in het woordenboek de betekenis van het woord parasiet opzoeken, komen we tot de volgende uitleg: dier dat leeft op of in en zich voedt ten koste van andere wezens en daarop een schadelijke invloed heeft. In koiterminologie gesproken: een parasiet is een organisme, dat afhankelijk is van een koi als gastheer en als bron van voedsel teneinde zijn levenscyclus te ontwikkelen.

Er zijn verschillende categorieën parasieten, maar de groep die onze koi in het dagelijkse leven het meest teistert, zijn toch wel de variëteiten die in de slijmlaag van de huid worden aangetroffen. We hebben een microscoop nodig om ze te ontdekken.

Wonderlijk

Het is eigenlijk een wonderlijk verhaal. Iedereen heeft wel eens met koi-parasieten te maken gehad; sommigen heel af en toe, anderen elk jaar. Soms is het niet één soort parasiet, maar zijn het meerdere soorten die op de koi worden aangetroffen. Vrijwel iedereen neemt dan maatregelen om de bedreiging uit de weg te ruimen, meestal in de vorm van het gebruik van een of ander gif, waarvan bekend is dat het de parasiet terdege elimineert. Althans, dat denken we.

Een voorbeeld: al een tijdje ziet u uw vissen schuren en flitsen. Ook hangen ze regelmatig loom in het water, dikwijls de kop omlaag, en klampen ze hun vinnen tegen het lichaam. Een wat grijs/blauwige schijn tekent zich tegen het schoudergedeelte af. Af en toe liggen er vissen op de bodem. Ze voelen zich duidelijk niet happy en - alert en bezorgd als u bent – treedt u in actie.

U net een vis, neemt een afstrijkje en bij 50x vergroting op de microscoop ziet u ze al wriemelen: gyrodactylus ofwel huidwormen. Bij 100x ziet u de gevreesde haakjes des te beter en ook valt u het jong in de buik op. Samen met de beide kenmerkende uitstulpsels op het eind van de worm en het ontbreken van de ogen, is het overtuigende bewijs geleverd dat het niet om de eierenleggende dactylogyrus ofwel kieuwworm gaat, maar de levendbarende huidworm.

Belangrijk om te weten, want in het ene geval (gyrodactylus) is één gifbehandeling veelal voldoende, terwijl dactylogyrus drie behandelingen nodig heeft.

U haalt een preparaat (bijvoorbeeld Flubenol) en voegt dat aan het vijverwater toe, bijvoorbeeld 6 gram per kuub. Dat moet voldoende zijn om die vermaledijde huidwormen onschadelijk te maken. Dat blijkt. Na een vijftal dagen neemt u opnieuw een afstrijkje en er is geen worm meer te zien. Klaar is Kees, of hoe u ook heten mag. Tenminste….tot een half jaar of zo later, als u weer wordt geconfronteerd met geïrriteerde vissen. Opnieuw blijkt de huidworm de plaaggeest te zijn. Hoe kan dat nu? Aan de vijver is niets gebeurd, er is geen nieuwe vis geïntroduceerd. Waar komen die wormen nu weer vandaan?

Raadselachtig

Vragen we kenners ernaar dan is het antwoord al snel dat elke vis altijd parasieten bij zich draagt. Oké, maar waarom krijg je die niet definitief opgeruimd dan? Kikkers, poep van vogels? Ach, kom.

Een visserijbioloog gaf me het antwoord: met een gif, hoe sterk ook, krijg je nooit alle parasieten vernietigd. Het gif dringt weliswaar diep door in de slijmlaag, maar bereikt de voet van de laag niet of is daar niet krachtig genoeg meer. Er blijven altijd sporen, eitjes, cysten en larven, al dan niet in latente vorm, over. Deze visserijbioloog schatte in dat het gebruik van gif ten hoogste 80% van de betreffende parasiet kan elimineren. Ze zijn er, in welke vorm dan ook, al treft u er onder de microscoop geen enkele aan.

Wel is het duidelijk dat de ene (sterke) koi beter qua afweer is uitgerust tegen een parasietenontwikkeling dan de andere (zwakkere) koi. Het is dan ook niet raar om bij een parasietenuitbraak in de vijver bij sommige koi een jungle aan parasieten aan te treffen, terwijl andere koi er totaal geen last van blijken te hebben.

Geen voetbal

Er speelt nog een factor in de ontwikkeling van parasieten: het benutten van de vrijkomende ruimte. Ha, ha, een typische voetbalterm. Inderdaad, maar nu even niet over Oranje en evenmin over de Rode Duivels. Het gaat hier over: stel, u treft twee soorten parasieten aan op uw koi, bijvoorbeeld huidwormen en trichodina.

Dit komt in de praktijk niet zelden voor. Het typische fenomeen doet zich voor dat de ene soort parasiet zich sneller pleegt de vermenigvuldigen, zodra u de andere onschadelijk heeft gemaakt.

Kennelijk verdelen de parasieten de beschikbare ruimte als bron van voedsel en houden ze elkaar in evenwicht. Zodra dat evenwicht is verbroken – bijvoorbeeld door de eliminatie van de ene soort – maakt de andere gebruik van de mogelijkheden die er liggen.

Het betekent dat u elke soort parasiet afzonderlijk zult moeten behandelen (met het voor elk betreffende gif) ook al treft u er van de een maar een paar aan ten opzichte van vele van de andere soort. Het hoeft geen betoog dat u nooit twee gifsoorten tegelijk mag gebruiken en dat u tussen het gebruik van twee gifsoorten vijver en filter de kans moet geven zich te herstellen.

Stress

Onlangs sprak ik uitvoerig met een koidokter over het fenomeen parasieten. Hij was ervan overtuigd dat 99% van de parasietenuitbraken voortvloeiden uit stresssituaties.

Stresssituaties die geboren worden uit slechte waterkwaliteit, sterk wisselende waterwaarden, zoals pH en temperatuur, overbevolking, eenzijdige, te veel of te slechte voeding, introductie van zwakke vissen en veel onrust aan de vijver (scheppen), om er enkele te noemen.

Dat geeft alleszins te denken, maar het ook biedt ook mogelijkheden om bij een parasietenuitbraak na te gaan waar de onder liggende oorzaak gevonden kan worden. Die is er altijd, al kan die reeds weken vantevoren de ontwikkeling van de parasiet hebben geactiveerd, zonder dat u zich daar bewust van was. Immers, parasieten zijn opportunisten en ze worden gestimuleerd door de stressreactie van de koi samen met een dip in hun afweersysteem.

Hoeveel parasieten?

Er wordt wel eens gezegd dat een beperkt aantal parasieten op een afstrijkje geen probleem hoeft te zijn voor een koi. Getallen doen de ronde van zeven tot tien stuks. Pas daarna behoeft er ingegrepen te worden, zo zegt men. Ik weet niet waar men die aantallen vandaan haalt, maar iets klopt er niet. Een in blakende vorm verkerende koi maakt zoveel antistoffen aan in zijn slijmlaag, dat eventueel aanwezige parasieten rücksichtlos worden onderdrukt en opgeruimd.

Ik maak dat elk jaar mee, vlak na de winterperiode, als het lente is en het water opwarmt.

Ik zie mijn vissen af en toe schuren of met een vinnetje knipperen. Zoals wellicht iedereen met een onverwarmde vijver, want het immuunsysteem van onze koi werkt nog maar ten dele en ook werkt de filter nog maar gedeeltelijk. Op een afstrijkje vind ik dan gewoonlijk een tweetal trichodina of huidwormen.

Vroeger dacht ik meteen aan ingrijpen – dus gif in het water – maar ik ben er al lang en breed achter dat er voor koi niets zo slecht is als gif toedienen in een vijver die nog aan het opstarten is.

Een langdurige, slechte waterkwaliteit ligt dan in het verschiet samen met steeds zwakker wordende vissen waarover de problemen definitief zijn afgeroepen.

Ik grijp dus niet meer in. Ik wacht af - tegen mijn natuur in - want ik ben wars van parasieten op mijn vissen en er is geen plezier in het kijken naar een vijver met koi die het niet naar hun zin hebben.

Na een maandje – zo tegen eind mei, begin juni – als het water een tijdje boven de 16 graden is, het immuumsysteem van de koi op dikte komt en het filter op volle toeren gaat draaien, zie ik de situatie verbeteren. De koi schuren niet meer en uit het afstrijkje blijkt dat er geen parasiet meer in de slijmlaag wordt aangetroffen. Koi is dus alleszins in staat die parasieten te onderdrukken.

Noodzaak

Soms ontkomen we er echter niet aan in te grijpen. Er klopt iets niet als we in volle zomer nog parasieten op onze koi vinden. Weliswaar doden niet alle parasieten onze koi – costa en witte stip doen dat wel als we ze niet beteugelen – maar parasieten als huid- en kieuwwormen zijn vaak wel de bron van ellendige infecties, die op zich weer kunnen leiden tot een partij uitstaande schubben, gatenziekte, bekrot en dergelijke.

De kou komt er aan, de eerste nachtvorsten zijn al voorspeld en de watertemperatuur in onverwarmde vijvers zal straks onder de 16 graden gaan dalen. En daarmee de weerstand van de vis. Een goed doorvoede koi die in goed water vertoeft, zal weten om te gaan met deze situatie. Nieuwe koi – zeker die nog geen winter hebben meegemaakt – vragen extra aandacht. Zwakke koi – en u kunt ze vast en zeker aanwijzen – houd ze in de gaten.

Rini Groothuis

Laat Een Reactie Achter

Nog geen reactie

Openingsuren

Zaterdag: Van 11.00 tot 14.00 uur.
Wil je later op zaterdag komen, maak dan even een afspraak
Zondag: Van 10.00 tot 12.00 uur, of nadien op afspraak.

Overige dagen: op afspraak.
GSM: +32 (0)478 36 74 74

inlove funny surprised sad angry thumbsup yesimage/svg+xml noimage/svg+xml