Meten is weten (3)

Meten is weten (3)

Water is een heel bijzondere stof. Het komt in drie vormen: vast (sneeuw en ijs), vloeibaar (gewoon water) en damp (nevel, mist). De mens bestaat voor 70% uit water.

Wist u trouwens dat de hersenen voor 90% uit water bestaan? Nee, nee, niet alleen die van uw schoonmoeder….

Bijzonder van water is dat er tal van stoffen in opgelost kunnen worden, waardoor het zijn typische eigenschappen krijgt zoals zuur, zout, hard of zacht. Ook nitraat lost zeer gemakkelijk in water op en maakt water voedselrijk.

Nitraat (NO3)

Nitraat is het eindproduct van de aërobe stikstofcyclus. Het is stabiel en niet-reactief, wat wil zeggen dat het geen verbinding aangaat met andere stoffen.

Het laat zich dus niet – in tegenstelling tot ammonium en nitriet - door koolfilters of adsorberende gesteentes zoals zeoliet, uit het water verwijderen.

In feite kunnen alleen denitrificerende bacteriën, zonder dat zij zuurstof verbruiken, nitraat afbreken. Deze anaërobe bacteriën kunnen echter alleen in zuurstofarme omstandigheden leven. Er ontstaat dan het vluchtige stikstofgas, dat snel uit het water verdwijnt.

Bij zuurstofgebrek kan er ook nitriet (NO2) als tussenproduct vrijkomen.

Anaërobe bacteriën mogen dus nooit de overhand in onze vijver krijgen.

In onze zuurstofrijke vijvers vinden we (gelukkig) nauwelijks zuurstofarme omstandigheden. Met uitzondering wellicht van de kernen van poreuze filtermedia, waarin dan nitraatafbraak op een min of meer gecontroleerde manier plaatsvindt..

Nitraat blijft dus in het water opgelost en hierin schuilt een gevaar.

Zonder planten en/of algen kan het zich gemakkelijk opeenstapelen en daardoor tot forse waarden oplopen.

Weliswaar zijn koi zeer tolerant ten opzichte van hoge nitraatgehaltes (tot circa 300 mg/l werden nog geen nadelige gevolgen geconstateerd), maar algemeen wordt aangenomen dat nitraat een zeer nadelige invloed heeft op de groei van onze koi.

Bovendien dient nitraat (samen met fosfaat) als voedingstof voor algen en de groei daarvan willen we graag onder controle houden.

Algengroei in de vorm van zweefalgen vindt plaats vanaf 20 mg/l; de ontwikkeling van draadalgen volgt na 25 mg/l.

We kunnen nitraat gemakkelijk met behulp van teststrips of dito kits meten. Gemeten waarden via fotometers dienen we met een factor van 4,4 te vermenigvuldigen om het werkelijke nitraatgehalte vast te stellen.

We moeten dus maatregelen treffen om het nitraatgehalte onder controle te houden. Daarom een paar praktische weetjes over nitraatverwijdering.

Nitraatverwijdering

1) Het aanbrengen van planten in de vijver of in een aparte plantenbak, die rechtstreeks met de vijver verbonden is.

Nitraat is voor planten een primaire en geliefkoosde voedingsbron. Afhankelijk van het type plant, kunnen planten zeer grote hoeveelheden nitraat consumeren. Als vuistregel nuttigen de snelst groeiende planten de grootste hoeveelheden nitraat.

.

Echte waterplanten en drijfplanten verdienen de voorkeur boven moerasplanten.

Het grote belang van echte waterplanten, zoals waterpest (en ook drijvende planten zoals vlotvaren en waternoot)) is, dat de wortels los in het water hangen en dat ze nitraat (en fosfaat) rechtstreeks uit het water halen. Ze beïnvloeden daarmee de waterkwaliteit sterk positief. Deze planten geven ook de zuurstof direct aan het water af.

Moerasplanten halen daarentegen hun voedsel via het wortelstelsel uit de bodem en groeien trager dan echte waterplanten, hoewel ze uiteindelijk bij volle groei wel weer hun werk doen.

Echte waterplanten functioneren al vanaf een nitraatgehalte van 5 mg/l, terwijl moerasplanten, zoals lissen, minimaal 15 mg/l nitraat nodig hebben om te kunnen groeien.

Via een proces dat fotosynthese heet, verbruiken de planten overdag CO2 en produceren ze zuurstof. Het water wordt minder zuur, de pH-waarde loopt op.

’s Nachts vindt het omgekeerde proces plaats. De planten nemen zuurstof uit het water op en scheiden CO2 af. Het water wordt zuurder, de pH-waarde daalt.

Een uitbundige groei van algen geeft aan dat ons vijverwater qua samenstelling en kwaliteit in optimale conditie verkeert. Algen hebben een fantastisch positieve invloed op de kleuren en lichaamsglans bij koi. Maar bij groei-explosies kunnen algen een ware plaag vormen en het water verontreinigen en dat is weer andere koek.

Groei van algen, zoals een dun tapijtje draadalgen aan de vijverwand, is goed. De koi azen er ook graag op.

Buitenproportionele groei van algen, waarbij slierten draadalgen onder invloed van licht zich met decimeters per dag verlengen, of het water eruit ziet als snert door de massa zweefalgen, moeten we echter voorkomen.

Deze explosieve groei vindt plaats wanneer het aanbod van voedingsstoffen groter is dan de aanwezige plantenbegroeiing aankan.

Er speelt ook een tijdselement mee, met name in het voorjaar. Algen groeien al goed bij lage temperaturen. Ze remmen dan de ontwikkeling van de reguliere plantenbegroeiing.

Het duurt een tijd voordat de temperaturen zijn opgelopen en de planten gaan overheersen, tenminste als er een serieuze hoeveelheid en uitgekiende keuze van waterplanten aanwezig is.

Dat zal niet meteen leiden tot het verdwijnen van de alg. Algen hebben de eigenschap dat zij zich in de struggle for life met waterplanten, gemakkelijker aan minder ongunstige omstandigheden aanpassen.

Langs een gedeelte van mijn vijver heb ik een plantenborder lopen, dat 5 cm. onder het wateroppervlak staat. De koi kunnen er niet bij. Hoewel…als ze weten dat er een voerkorreltje tussen de planten drijft, werpen ze zich vaak met hun volle lichaam uit het water over de borderrand heen.

Een prachtig gezicht als zo’n massieve vis zich uit het water lift en zich wringend en plonzend van het voer meester wil maken. Wroeten kunnen ze er echter niet, daarvoor is het te ondiep, en ze laten de planten dan ook altijd met rust.

Daarnaast heb ik nog een plantenbak van een paar vierkante meter langs de vijver staan, waarvan de pijpleiding vanuit de vortex binnenkomt en vervolgens naar de pomp en uiteindelijk de bakki shower loopt.

Mijn voornaamste waterplantje is de waternavel, een in Nederland omstreden plantje, gezien het feit dat het zich explosief vermeerdert en complete waterlopen bedekt.

De waternavel neemt immense hoeveelheden nitraat, fosfaat en zelfs zware metalen op uit het water. Het is mijn absoluut favoriete waterplantje. Het dient regelmatig gesnoeid te worden en kan niet tegen vorst. Als moerasplanten verdienen lissen en mattenbiezen de voorkeur.

2) Waterverversingen

Via regelmatige waterverversingen kunnen we het nitraatgehalte in ons vijverwater verlagen. Dus niet alleen bijvullen van verdampt water, want dat schiet niet op.

Gemiddeld is het goed om zo’n 15% per week aan water te verversen, dit ook om andere schadelijke stoffen te verdunnen. Het is wel zaak dat het kraanwater weinig nitraat bevat, anders is het middel erger dan de kwaal.

Volgens het Drinkwaterbesluit 2000 is de maximale nitraatgrens 50 mg/l, maar de streefnorm die waterleidingbedrijven hanteren, ligt op 25 mg/l.

Buiten enkele gebieden met intensieve veeteelt leveren waterleidingbedrijven een concentratie nitraat in kraanwater dat lager is dan 25 mg/l.

Analyses zijn op te vragen bij uw waterleidingbedrijf.

Wie bronwater gebruikt zal zich op basis van wateranalyses moeten beraden. Vooral de streken met intensieve landbouw en veeteelt bevatten grondwater met nogal hoge nitraatwaarden.

3) Filteren over kunstharsen

Er zijn nitraat-selectieve kunstharsen in de handel, die op basis van ionenuitwisseling nitraat uit het water verwijderen. Van wat ik begrepen heb, schijnen ze goed te werken. De harsen kunnen in een zoutoplossing geregenereerd worden, net zoals bij zeoliet en dus weer worden hergebruikt.

Net als bij hoogactieve koolstof en bij zeoliet, is een zekere mate van voorzichtigheid geboden. Wanneer de plaatsen van de harsuitwisseling zich met nitraat vullen, kan er zich een nitraatdoorbraak voordoen als de hars zijn volledige nitraatcapaciteit heeft bereikt.

Ineens en totaal onverwacht kan de hars zijn nitraatload weer dumpen, zoals overigens ook bij koolstof en zeoliet het geval kan zijn.

Rini Groothuis

54
41
71
59
43
53
46
43

Laat Een Reactie Achter

Nog geen reactie

Openingsuren

Zaterdag: Van 11.00 tot 14.00 uur.
Wil je later op zaterdag komen, maak dan even een afspraak
Zondag: Van 10.00 tot 12.00 uur, of nadien op afspraak.

Overige dagen: op afspraak.
GSM: +32 (0)478 36 74 74

inlove funny surprised sad angry thumbsup yesimage/svg+xml noimage/svg+xml